vrij in verbinding

Gepubliceerd op 2 juni 2024 om 10:29

Affectieve communicatie

De kunst is de partnerrelatie te blijven voeden met affectief contact, aandacht en begrip. Kritiek en minachting zijn destructief voor een goede relatie. Juist door zelfzorg en een gevoel van eigenwaarde ontstaat oprecht ruimte voor de ander. Over en weer eerlijk in contact blijven en elkaar affectief bevestigen doet goed. De vier stappen van ‘affectieve communicatie’ helpen hierbij:

1. Feiten onder ogen zien. Het accepteren van dit lot met geringe maakbaarheid.

2. Voelen wat dit met je doet: bang, boos, blij, bedroefd.

3. Behoeften inventariseren. Wat doet je goed?

4. Actief zorgdragen voor behoeften. Zelfstandig of met hulp


Invloed persoonlijke geschiedenis

Je kunt, meestal gemotiveerd door een trigger in het dagelijks leven, via zelfonderzoek bewust worden van automatisch gedrag. Gedrag dat je al een tijdje geen goed doet. In de liefdesrelatie wordt vooral het spanningsveld gevoeld tussen autonomie & verbondenheid. De voorbije persoonlijke geschiedenis wordt als een soort ‘stille kennis’ meegedragen. Nog niet helemaal geheeld oud zeer uit de kindertijd beïnvloedt zonder hier bewust van te zijn het heden. Via relaties krijg je inzicht in deze patronen uit het verleden. Zeker via de spiegel van je partner. De liefdesrelatie zie ik dan ook als de ultieme plek voor persoonlijke ontwikkeling. Twee bewegingen die voortdurend om een dynamisch evenwicht vragen:

-> Te veel vrijheid uit angst voor verstikking leidt tot verwijdering.

-> Te veel verbinding uit angst voor afwijzing leidt tot benauwenis.


To love oneself is the beginning of a long-life romance. Oscar Wild

 

De derde in de relatie heet Parkinson

Vriendelijk blijven naar Tom lukte me in het begin van zijn ziekte voor geen meter. Man ruim je kleren eens op. Getverdemme, stoor me niet weeeer. Dat heb je me nu al drie keer gevraagd. Schiet een beetje op. Ga eens rechtop zitten. Ik werd een mopperkont en verbeteraar eerste klas. Tot ik inzag dat dit alles met zijn ziekte te maken heeft en beslist geen onwil is. Gelukkig kon ik bewust een knop omzetten naar een begripvolle opstelling. De ziekte Parkinson kun je beschouwen als een derde in de relatie. Dat vraagt vernieuwde omgangsvormen. We zijn zeker evenwaardig aan elkaar, maar onze inbreng is niet meer gelijk. Dat is de nieuwe realiteit.


Ziekte-inzicht: niet op een lijn

Het kost me moeite om te erkennen dat Tom een rooskleuriger beeld geeft van de situatie dan ik.
Dat levert vooral in contact met anderen problemen op. Tom doet dan ongelooflijk zijn best, maar dat houdt hij niet de klok rond vol. Daardoor raak ik geïrriteerd en achter die boosheid schuilt verdriet. Zoals afgelopen week. Hans komt bij ons eten. Ik ben met hem volop in gesprek over onderwerpen die Tom eerder ook na aan het hart lagen. Nu luistert hij vooral en zegt te genieten van ons gesprek. Even later komt mijn plan aan bod om een weekje met vrienden te gaan wandelen in Zuid-Limburg. Tom beweert stellig dat het voor hem geen enkel probleem is om een weekje alleen thuis te blijven. Ik geloof daar niks van en durf er ook niet op te vertrouwen. Ik zie immers wat allemaal wel en wat niet zelfstandig lukt. Houd je mij dan voor de gek? De trip naar het zuiden is pas over twee maanden, ik laat het nu rusten. Met een eenzaam gevoel met de angst dat ik de boel overdrijf ruim ik de vaat op.

 

Van samen naar alleen
Grote familiebijeenkomsten worden voor Tom lastiger. Probeer er maar eens tussen te komen als je meer bedenktijd nodig hebt dan de meesten. Ook in rustiger gezelschappen laat Tom verstek gaan. Een burenborrel, aansluiten bij de wandelclub, mee naar de verjaardag van Bernadette en ook het Parkinson-café slaat hij liefst over. De laatste tijd ga ik dan ook vaak alleen. Weer een beetje afscheid van samen naar alleen. Aan de ene kant blij dat ik vrijuit mijn gang kan gaan en bij hem mijn verhaal kwijt kan. Aan de andere kant het gemis van de aanwezigheid van Tom. Dan voel ik het verlies van mijn gezonde, vitale, spraakzame en energieke man.


Zorg voor balans

Ook bij het omgaan met Parkinson draait het zoals alles in het leven om het vinden van homeostase.
Je bent niet ziek, wel uit balans. Ofwel zorg voor het dynamisch evenwicht tussen twee polariteiten die samen een eenheid vormen vraagt aandacht:

 

1. Zoals het dynamisch evenwicht tussen eigen kracht & kwetsbaarheid.

- Te veel kracht leidt tot bagatelliseren, te flink zijn en hulp uit de weg gaan.

- Te veel kwetsbaarheid leidt tot afhankelijkheid, medelijden, zieligheid.

 

Wat daarbij erg kan helpen is om niet te ver vooruit te kijken. Hoe is het nu met je? Alleen maar hier en alleen maar nu. Er zijn vragenlijsten over Positieve Gezondheid https://mijnpositievegezondheid.nl. die uitnodigen om zo breed mogelijk naar gezondheid te kijken.

 

2. De balans tussen zelfredzaamheid & geholpen worden.

- Te veel zelf laten doen kan betekenen dat je de ander aan zijn lot overlaat.

- Te snel en te veel helpen of redden maakt de ander afhankelijk en hulpeloos.

 

Wij hebben bijvoorbeeld bij het koken een nieuwe gewoonte ontwikkeld. Tom zorgt voor de boodschappen en voor kleingesneden ui, knoflook, etc.… en ik kook. Als Tom mij (te) veel vragen stelt word ik kriegelig en soms boos ‘Hou op met dat gezeur en denk eerst zelf na’. Anderzijds is het aan mij om mild en behulpzaam te zijn zonder te betuttelen. De kunst is om uit de valkuil te blijven van enerzijds te veel willen doen en anderzijds jezelf juist machteloos voelen.

 

3. De balans tussen dramatiseren en bagatelliseren.

- Te veel drama trekt een schaduw over alles wat er wèl is.

- Te veel bagatelliseren doet de patiënt en zijn naasten geen recht.

 

Zeker in het begin schat de partner de situatie meer reëel in dan de patiënt. Bijvoorbeeld denk ik anders over Tom zijn rijgedrag dan hijzelf. Er komt een tijd dat autorijden niet meer veilig is en dat brengt een groot verlies van autonomie met zich mee. Dit kan tot wrijving en onbegrip leiden.
Dit gebeurt ook in het sociaal verkeer. Ik vang ongemerkt stiltes op, wordt daardoor drukker dan me eigen is en dat merk ik achteraf via vermoeidheid.

 

4. Autonomie en samenzijn.

- Te veel vrijheidsdrang van de partner leidt tot ‘Bekijk het maar met je parki’ ik ga mijn eigen weg.

- Te veel samen zijn kan juist het eigen initiatief en de zelfstandigheid van de patiënt verkleinen.

 

Dit vraagt van ons allebei om te blijven zorgen voor nabijheid, intimiteit en gezamenlijkheid.
En daarnaast om ruimte te nemen, te vragen en te geven om ieders autonomie vorm te geven. Juist deze balans die ik samenvat in ‘Vrijheid-in-Verbinding’ doet goed.


De ziekte brengt niet alleen maar narigheid
We raken getraind in het luisteren naar en afstemmen op subtiele lichaams-signalen.
Tom zijn sportieve en lenige achtergrond en gevoel voor balans komen nu goed van pas.
Ook zijn we ons bewust van, en blij met, een comfortabele en toegankelijke woning.
We plannen geregeld etentjes, uitjes, kleine vakanties met als motto: Carpe Diem.
De tastzin wordt versterkt. Aanraking, huid-op-huid-contact, lepeltje-lepeltje, doen extra goed.
Door onze zegeningen te tellen en in gesprek te blijven wordt de harts-verbinding versterkt.
En, last but not least. De onderlinge humor is nog volop aanwezig.

 


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.